FED 2004/608
HR, 22-10-2004, nr. 39 927
HR 22-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR4387
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 oktober 2004
- Zaaknummer
39 927
- LJN
AR4387
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR4387, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑10‑2004
- Wetingang
Art. 6:7 enart. 6:11 Awb
Samenvatting
Opgekomen ziekte tegen einde beroepstermijn geen reden voor kennelijke niet-ontvankelijkheid wegens termijnoverschrijding.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt dat Hof 's-Hertogenbosch het verzet van X ten onrechte ongegrond heeft verklaard. Volgens het hof bracht een tegen het einde van de beroepstermijn opgekomen ziekte niet mee dat het beroepschrift verschoonbaar te laat was ingediend. Dat X door af te wachten met indiening van het beroepschrift tot de laatste dagen voor afloop van de beroepstermijn het risico heeft genomen dat bij onvoorziene omstandigheden, zoals ziekte, het beroepschrift niet tijdig zou worden ingediend, brengt niet mee dat een beroep kennelijk niet-ontvankelijk is wegens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.