V-N 1997/3833, 13:INKOMSTENBELASTING. ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR Kamerverhuur en ondernemingspand. Gelijkheidsbeginsel

V-N 1997/3833, 13

INKOMSTENBELASTING. ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR Kamerverhuur en ondernemingspand. Gelijkheidsbeginsel

Documentgegevens:

HR 27-08-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3277, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 27 augustus 1997
Magistraten: Jansen; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Meij
Zaaknummer: 32 387
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AA3277
JCDI: JCDI:ADS898919:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:AA3277, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑08‑1997
Wetingang: Art. 26 en 42a Wet IB 1964, art. 26 IVBPR

Essentie

Samenvatting

X drijft een onderneming. Tot het ondernemingsvermogen behoren X' woning en bedrijfsgebouwen. In 1993 verhuurde X één kamer van de woning aan een studente. De (netto)opbrengst bedroeg f 3600. In geschil is of de inspecteur bij de vaststelling van X' aanslag voor 1993 dit bedrag, alsmede f 4140, het ex art. 42a, negende lid, Wet IB 1964, berekende bedrag van de huurwaarde van de gehele woning, terecht tot X' winst rekende.

Hof Arnhem stelt de inspecteur in het gelijk.

Op het beroep in cassatie van X overweegt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.