HR, 07-10-1998, nr. 33 573
ECLI:NL:HR:1998:AA2309
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
07-10-1998
- Zaaknummer
33 573
- LJN
AA2309
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1998:AA2309, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑10‑1998; (Cassatie)
- Wetingang
art. 34 Wet op belastingen van rechtsverkeer
- Vindplaatsen
BNB 1999/32 met annotatie van J. Hoogendoorn
V-N 1998/54.22 met annotatie van Redactie
Uitspraak 07‑10‑1998
Inhoudsindicatie
-
gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 26 juni 1997 betreffende na te melden naheffingsaanslag in de kapitaalsbelasting
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is op 25 november 1994 een naheffingsaanslag in de kapitaalsbelasting opgelegd ten bedrage van f 577.000,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof, beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van de middelen De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 7 oktober 1998 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond, Fleers, Pos en Beukenhorst, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Dekker- Barendse, en op die datum in het openbaar uitgesproken.