BNB 1999/32
Informele kapitaalstorting. Prijsgeven van vordering door (groot)moedermaatschappij
HR 07-10-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2309, m.nt. Hoogendoorn
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 oktober 1998
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
33 573
- Noot
Hoogendoorn
- LJN
AA2309
- JCDI
JCDI:ADS887961:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2309, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑10‑1998
- Wetingang
Art. 34 Wet BRV
Essentie
Informele kapitaalstorting. Prijsgeven van vordering door (groot)moedermaatschappij
Samenvatting
De aandelen van belanghebbende, een Nederlandse vennootschap, werden via een Duitse vennootschap gehouden door een in Duitsland ter beurze genoteerde vennootschap. Het eigen vermogen van belanghebbende was negatief. Om het eigen vermogen te versterken en de rentelasten te verminderen besloot de grootmoedermaatschappij een deel van haar vorderingen, f 57 700 000, om te zetten in informeel kapitaal. Belanghebbende boekte terzake agio en ging voor de vennootschapsbelasting ervan uit dat de omzetting plaatsvond in de kapitaalsfeer.
Hof: Belanghebbende heeft door agio te boeken niet voldaan aan de voorwaarde, door de Inspecteur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.