FED 2001/569
Discriminatie. De heffing van recht van overgang over de verkrijging van een Nederlandse onroerende zaak die binnen een jaar voor het overlijden onder bezwarende titel is overgegaan naar niet ervende bloedverwanten in de derde graad van de erflater is discriminerend
HR 10-08-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3110, m.nt. A. de Haan
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 2001
- Magistraten
Berge, van den; Korthals Altes; Pos; Beukenhorst; Monné; Bavinck
- Zaaknummer
35014
- Noot
A. de Haan
- LJN
AB3110
- JCDI
JCDI:ADS234078:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB3110, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB3110, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑2001
- Wetingang
Art. 15, eerste lid Successiewet 1956
Essentie
Discriminatie. De heffing van recht van overgang over de verkrijging van een Nederlandse onroerende zaak die binnen een jaar voor het overlijden onder bezwarende titel is overgegaan naar niet ervende bloedverwanten in de derde graad van de erflater is discriminerend
Samenvatting
Vanwege het overlijden van de in België wonende Y op 7 oktober 1992 wordt recht van overgang geheven ingevolge art. 15, eerste lid SW. Deze fictiebepaling belast onder andere de vervreemding onder bezwarende titel door de buiten Nederland wonende erflater van een Nederlandse onroerende zaak aan bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad binnen één ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.