FED 1995/318:Een commanditaire vennootschap bezat een groot aantal aandelen en obligaties van Amerikaanse en Canadese overheidsinstellingen en bedrijven. Ter zake genoot de commanditaire vennootschap dividend en rente. Het Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat de vennootschap niet als een ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting kan worden beschouwd. De Hoge Raad besluit prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie: 1. Is het enkel verwerven en houden van obligaties en het genieten van inkomsten daaruit een economische activiteit? 2. Zo ja, leidt deze activiteit tot recht op aftrek van voorbelasting nu deze obligaties zijn uitgegeven door een buiten de Gemeenschap gevestigd lichaam? 3. Zo ja, is de voorbelasting dan volledig aftrekbaar indien de aandelen die daarnaast gehouden worden buiten het toepassingsgebied van de omzetbelasting vallen? 4. Indien de aftrek niet volledig is, hoe moet dan het aftrekrecht worden berekend?