V-N 1995/3306, 14
Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting Tot bedrijfswaarde van deelneming mede te rekenen de waarde van het deel van de kostprijs dat is betaald voor de bescherming van de eigen marktpositie
HR 06-09-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1674, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der; Soest, van
- Zaaknummer
30 077
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA1674
- JCDI
JCDI:ADS897331:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1674, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1674, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑1995
- Wetingang
art. 9 Wet IB 1964, art. 8 en 13 (oud) Wet Vpb. 1969
Essentie
Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting Tot bedrijfswaarde van deelneming mede te rekenen de waarde van het deel van de kostprijs dat is betaald voor de bescherming van de eigen marktpositie
Samenvatting
X BV is houdster van 100%-deelnemingen in F BV en in V BV. V BV importeert door W gefabriceerde produkten. Midden jaren '80 verkreeg W een meerderheidsbelang in de onderneming die U-produkten fabriceert. Dit produkt werd geïmporteerd door Y BV, waarvan R BV de aandelen hield. Op 19 juni 1986 verwierf X BV alle geplaatste aandelen Y BV (nominaal f 1 mln) voor f 15 mln. Daarbij werd een concurrentiebeding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.