FED 1995/746
Verzet tegen voorzittersbeschikking, genomen op geschrift dat geen beroepschrift blijkt te zijn, tot niet-ontvankelijk-verklaring wegens niet-tijdige betaling van griffierecht. De Hoge Raad gelast zijn griffier de doorzending van het geschrift aan de inspecteur en gelast vergoeding van het cassatiegriffierecht door de staatssecretaris.
HR 20-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3103, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 september 1995
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 576
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AA3103
- JCDI
JCDI:ADS225242:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3103, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑09‑1995
- Wetingang
Essentie
Verzet tegen voorzittersbeschikking, genomen op geschrift dat geen beroepschrift blijkt te zijn, tot niet-ontvankelijk-verklaring wegens niet-tijdige betaling van griffierecht. De Hoge Raad gelast zijn griffier de doorzending van het geschrift aan de inspecteur en gelast vergoeding van het cassatiegriffierecht door de staatssecretaris.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1991.
Vaststaat:
1. Op 11 juli 1994 is ter griffie van het gerechtshof een verzetschrift ontvangen van X te Z, belanghebbende, ingediend door de gemachtigde, en gericht tegen de ingevolge art. 18a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken door de voorzitter van de Eerste Meervoudige Belastingkamer gegeven beschikking, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.