FED 2006/72
Kortstondig verlies juridische eigendom aandeel in dochtermaatschappij leidt niet tot het verbreken van de fiscale eenheid
HR 13-01-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9525, m.nt. G.Th.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
41 799
- Noot
G.Th.K. Meussen
- LJN
AU9525
- JCDI
JCDI:ADS235216:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU9525, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑2006
- Wetingang
Art. 15 Wet VPB 1969
Essentie
Kortstondig verlies juridische eigendom aandeel in dochtermaatschappij leidt niet tot het verbreken van de fiscale eenheid
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1996/1997.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3 Beoordeling van de middelen
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1. Belanghebbende vormde sinds 9 september 1994 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met F BV (hierna: F) en haar dochtermaatschappij G BV (hierna: G).
3.1.2. De aandelen in belanghebbende werden gehouden door J Inc. (hierna: J).
3.1.3. J heeft op 13 mei 1997 AA Inc. (hierna: AA) opgericht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.