FED 1998/358
HR, 03-06-1998, nr. 33 394
HR 03-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2293
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 1998
- Magistraten
Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
33 394
- LJN
AA2293
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2293, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑1998
- Wetingang
Uitspraak
Aan blh. , X, zijn aanslagen onroerende zaakbelastingen (ozb) opgelegd t.z.v. woon-winkelpanden, gebouwd in het talud aan de waterzijde van de a-straat die als dijk deel uitmaakt van de hoofdwaterkering ter plaatse. De achtergevels staan in het water van de a-straathaven. Het deel van die achtergevels met fundering dat tot 4 m boven NAP strekt (d.w.z. tot 1 m boven het niveau van de a-straat), wordt als watergevel aangeduid. Langs de voorgevels is als onderdeel van de waterkering in 1956 een stalen damwand geslagen, waarop tot straathoogte een betonconstructie (deksloof) is aangebracht. Aan die deksloof en de voorgevels zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.