FED 1993/21
Belanghebbende was tot 1 januari 1982 een fiscale beleggingsinstelling. In 1981 bedroeg haar winst f 78 250. Haar winst 1982 bedroeg f 61 385 en de winst 1983 (na correctie) f 5989. In 1984 leed zij een verlies van (na correctie) f 120 050. De inspecteur gaf carry-back beschikkingen af voor de jaren 1982 en 1983. Belanghebbende maakte bezwaar tegen de aanslag 1983. De inspecteur verzocht belanghebbende om dit bezwaar in te trekken omdat door de carry-back het belang was komen te vervallen. Belanghebbende gaf aan dit verzoek gevolg. Naar aanleiding van het over 1985 aangegeven verlies van f 13 964 legt de inspecteur een navorderingsaanslag 1982 op omdat het totale verlies ad f 120 050 + f 13 694 = f 134 014 meer bedroeg dan de winst 1981 en 1982 ad f 78 250 + f 61 385 = f 139 635. HR: 1. Art. 20 Wet Vpb. 1969 geldt ook voor beleggingsinstellingen. Geen compartimentering van verliezen. 2. Het verzoek van de inspecteur tot intrekking van het bezwaarschrift 1983 is slechts begrijpelijk als er vanuit gegaan wordt dat de carry-backbeschikkingen een definitief karakter hebben. Belanghebbende kon aan de brief van de inspecteur het vertrouwen ontlenen dat dit het geval was. De navorderingsaanslag wordt vernietigd.
HR 11-11-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5161, m.nt. J.S. Rijkels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 1992
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes; Moor, De
- Zaaknummer
28 031
- Noot
J.S. Rijkels
- LJN
ZC5161
- JCDI
JCDI:ADS210154:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC5161, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑1992
- Wetingang
Art. 20 Wet Vpb. 1969 jo. art. 16, vierde lid, AWR (tekst 1984)
Essentie
Belanghebbende was tot 1 januari 1982 een fiscale beleggingsinstelling. In 1981 bedroeg haar winst f 78 250. Haar winst 1982 bedroeg f 61 385 en de winst 1983 (na correctie) f 5989. In 1984 leed zij een verlies van (na correctie) f 120 050. De inspecteur gaf carry-back beschikkingen af voor de jaren 1982 en 1983. Belanghebbende maakte bezwaar tegen de aanslag 1983. De inspecteur verzocht belanghebbende om dit bezwaar in te trekken omdat door de carry-back het belang was komen te vervallen. Belanghebbende gaf aan dit verzoek gevolg. Naar aanleiding van het over 1985 aangegeven verlies van f ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.