BNB 2004/269
Doelmatigheidsdrempel voor het opleggen van een aanslag werkt niet als voorlopige teruggaaf is vastgesteld
HR 05-03-2004, ECLI:NL:PHR:2004:BI8871, m.nt. R.H. Happé
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2004
- Magistraten
Pos; Zuurmond; Monné; Amersfoort, van; Oven, van
- Zaaknummer
39 603
- Conclusie
A-G mr. Van Ballegooijen
- Noot
R.H. Happé
- LJN
BI8871
- JCDI
JCDI:ADS888849:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:BI8871, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:BI8871, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑03‑2004
- Wetingang
Art. 9.4 Wet IB 2001; gelijkheidsbeginsel
Essentie
Doelmatigheidsdrempel voor het opleggen van een aanslag werkt niet als voorlopige teruggaaf is vastgesteld
Samenvatting
Belanghebbende, gehuwd, heeft op een formulier 'Verzoek voorlopige teruggaaf' vermeld dat zij in het jaar 2001 geen inkomen zou genieten. Naar aanleiding daarvan is haar in maandelijkse termijnen het bedrag van de algemene heffingskorting uitbetaald. Bij de aangifte voor 2001 hebben belanghebbende en haar echtgenoot ervoor gekozen haar zoveel bestanddelen van de rendementsgrondslag toe te rekenen dat haar een inkomen uit sparen en beleggen toekwam van e-603. Zij gingen daarbij ervan uit dat voor de daarover verschuldigde belasting van e-180 op grond van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.