FED 1996/927
Bezwaar tegen de aanslag houdt niet automatisch bezwaar tegen de heffingsrente in. Wie behalve de aanslag ook de heffingsrente wil aanvechten, moet niet alleen bezwaar maken tegen de aanslag maar ook tegen de beschikking inzake de heffingsrente.
HR 16-10-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1714, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 oktober 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Pos
- Zaaknummer
31662
- Noot
E.B. Pechler
- LJN
AA1714
- JCDI
JCDI:ADS226051:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1714, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑10‑1996
- Wetingang
Art. 30e (oud) AWR
Essentie
Bezwaar tegen de aanslag houdt niet automatisch bezwaar tegen de heffingsrente in. Wie behalve de aanslag ook de heffingsrente wil aanvechten, moet niet alleen bezwaar maken tegen de aanslag maar ook tegen de beschikking inzake de heffingsrente.
Uitspraak
Het geschil betrof de in de aanslag vennootschapsbelasting 1990 aan belanghebbende in rekening gebrachte heffingsrente.
Hof Amsterdam overwoog omtrent het geschil:
5.1. Ingevolge artikel 30e, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) stelt de inspecteur het bedrag van de heffingsrente vast bij beschikking. Ingevolge het tweede lid van dat artikel wordt het bedrag van de heffingsrente op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.