Onjuiste verdeling bewijslast na verwerping van boekhouding

Documentgegevens:

HR 10-08-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3112, m.nt. R.L.H. IJzerman

Instantie: Hoge Raad
Datum: 10 augustus 2001
Magistraten: Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
Zaaknummer: 35 390
Noot: R.L.H. IJzerman
LJN: AB3112
JCDI: JCDI:ADS271135:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2001:AB3112, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑2001
Wetingang: Art. 17 Wet ARB; art. 29, tweede lid, (oud) AWR

Essentie

Samenvatting

Bij boekenonderzoek is gebleken dat in de boekhouding van de door belanghebbende gedreven horecaonderneming negatieve kassen voorkomen. 's Hofs oordeel dat dit een nieuw feit vormt dat navordering rechtvaardigt, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.

De gebleken onjuistheden dwingen niet tot de conclusie dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Het Hof heeft echter de bewijslast niet juist verdeeld door ook na zijn verwerping van de boekhouding de bewijslast voor de juistheid van de correctie volledig bij de Inspecteur te leggen. Na de verwerping van de boekhouding kan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.