FED 1997/865
Waterverontreinigingsheffing. De exploitant van de recreatiewoningen is belastingplichtig
HR 24-09-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2255, m.nt. B. Sio
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 september 1997
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
31667
- Noot
B. Sio
- LJN
AA2255
- JCDI
JCDI:ADS227148:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2255, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑09‑1997
- Wetingang
art. 18 lid 3 Wvo
Essentie
Waterverontreinigingsheffing. De exploitant van de recreatiewoningen is belastingplichtig
Samenvatting
In geschil is of aan de exploitant van een recreatieterrein met bungalows en gemeenschappelijke voorzieningen terecht als feitelijk gebruiker in de zin van art. 18, derde lid, Wet VO een aanslag is opgelegd. Hof en Hoge Raad verwijzen naar de wetsgeschiedenis welke een ruime uitleg van het begrip exploitatie aangeeft. De Hoge Raad bevestigt dat de aanslag aan de exploitant terecht is opgelegd.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag verontreinigingsheffing oppervlaktewateren 1992. (Hoogheemraadschap van Rijnland)
Wettelijk kader
3.1 Op 10 oktober 1984 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.