FED 2003/45
Dochtervennootschap van Engelse tussenhoudster houdt de aandelen van Nederlandse werkmaatschappijen. Deelneming hoort niet automatisch tot de vaste inrichting van de dochter
HR 20-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AF2257, m.nt. R.P.C.W.M. Brandsma (Dividendmixerarrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
37 652
- Noot
R.P.C.W.M. Brandsma
- LJN
AF2257
- Roepnaam
Dividendmixerarrest
- JCDI
JCDI:ADS234469:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Dividendbelasting (V)
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AF2257, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2002
- Wetingang
Art. 2 en 4, tweede lid, Wet DB 1965 (tekst 1989)
Essentie
Dochtervennootschap van Engelse tussenhoudster houdt de aandelen van Nederlandse werkmaatschappijen. Deelneming hoort niet automatisch tot de vaste inrichting van de dochter
Samenvatting
Belanghebbende X BV, gevestigd in Nederland heeft in 1989 een dividend uitgekeerd aan haar aandeelhouder I, de tussenhoudster. De aandelen in de tussenhoudster worden gehouden door H welke beursgenoteerd is. De tussenhoudster en H zijn beide gevestigd in het Verenigd Koninkrijk.
De tussenhoudster drijft een onderneming in materiële zin met als enige activiteit het houden van de deelneming in belanghebbende. De tussenhoudster heeft in Nederland een vaste inrichting. Omdat de aandelen in belanghebbende volgens haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.