BNB 2005/239
Geen schadevergoeding wegens onrechtmatige daad naast forfaitaire proceskostenvergoeding, ook niet ingevolge Europees recht. Bevoegdheid burgerlijke rechter
HR 17-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ3810, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 2004
- Magistraten
Neleman; Fleers; Aaftink; Kop; Numann
- Zaaknummer
C03/114HR
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AQ3810
- JCDI
JCDI:ADS171667:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ3810, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AQ3810, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑05‑2004
- Wetingang
Art. 5a WARB; art. 2 Besluit proceskosten fiscale procedures; art. 6:162 BW; EG-Verdrag algemeen
Essentie
Geen schadevergoeding wegens onrechtmatige daad naast forfaitaire proceskostenvergoeding, ook niet ingevolge Europees recht. Bevoegdheid burgerlijke rechter
Samenvatting
Aan belanghebbende, woonachtig in België, is over 1995 een aanslag inkomstenbelasting opgelegd naar het buitenlandertarief van 25%. Daartegen is bezwaar gemaakt onder verwijzing naar het arrest HvJ EG, BNB 1996/350c* (Asscher). Tegen de afwijzende uitspraak van de inspecteur is beroep ingesteld; hangende dit beroep heeft de inspecteur de aanslag conform het Asscher-arrest verminderd tot een aanslag naar een tarief van 6,15%. Na intrekking van het beroep is aan belanghebbende een forfaitaire proceskostenvergoeding toegekend van f 1065. De kosten van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.