BNB 2003/158
Zaak Liberexim. Onttrekking aan regeling voor extern douanevervoer vindt plaats waar eerste onregelmatige handeling wordt verricht. Oogmerk tot onttrekking niet vereist
HvJ EG 11-07-2002, ECLI:EU:C:2002:433, m.nt. Bijl
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
11 juli 2002
- Magistraten
Jann,; Edward; Pergola, la
- Zaaknummer
C-371/99
- Conclusie
A-G Mischo:
- Noot
Bijl
- LJN
AV1875
- JCDI
JCDI:ADS888620:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2002:433, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑07‑2002
ECLI:EU:C:2001:641, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 27‑11‑2001
- Wetingang
Art. 7, derde lid, Zesde BTW-Richtlijn
Essentie
Zaak Liberexim. Onttrekking aan regeling voor extern douanevervoer vindt plaats waar eerste onregelmatige handeling wordt verricht. Oogmerk tot onttrekking niet vereist
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 1999/291.
Wanneer goederen die onder de regeling voor extern communautair douanevervoer worden vervoerd, in het handelsverkeer van de Gemeenschap worden gebracht nadat op het grondgebied van verschillende lidstaten meerdere onregelmatige handelingen zijn verricht, vindt de onttrekking aan de douaneregeling als bedoeld in art. 7, derde lid, Zesde richtlijn plaats in de lidstaat waarin de eerste onregelmatigheid wordt begaan die als onttrekking aan het douanetoezicht kan worden aangemerkt. Van onttrekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.