BNB 1999/291
Belastingheffing bij invoer. Wanneer is sprake van onttrekken aan een regeling voor extern douanevervoer? Prejudiciële vragen
HR 23-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2775
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1999
- Magistraten
Jansen R.J.J.; Moor, de; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein
- Zaaknummer
34 332
- LJN
AA2775
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2775, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1999
- Wetingang
Art. 18, eerste lid, onderdeel c, en 22, eerste lid, Wet OB 1968; art. 7 Zesde richtlijn
Essentie
Belastingheffing bij invoer. Wanneer is sprake van onttrekken aan een regeling voor extern douanevervoer? Prejudiciële vragen
Samenvatting
In 1993 zijn partijen melkpoeder, bestemd voor Portugal, onder geleide van een carnet TIR of een T1-document in Duitsland het douanegebied van de gemeenschap binnengebracht en onder een regeling voor extern douanevervoer geplaatst. Daarna is met m.b.t. die partijen in Duitsland en Nederland een aantal handelingen verricht, dat in strijd was met de communautaire bepalingen. De partijen zijn uiteindelijk afgeleverd bij twee bedrijven in Nederland.
HR: Voor de wijze van omzetbelastingheffing bij invoer en voor het antwoord op de vraag wie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.