BNB 1995/138
HR, 15-03-1995, nr. 28 896
HR 15-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3098, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 1995
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
28 896
- Noot
Van Dijck
- LJN
AA3098
- JCDI
JCDI:ADS887378:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3098, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑1995
- Wetingang
Art. 31, eerste lid, Wet IB 1964
Samenvatting
Vervreemding tegen een tegenprestatie voor het resterende deel van de looptijd van een recht van vruchtgebruik op effecten, gevestigd voor de maximale termijn
HR: de vervreemding tegen een tegenprestatie voor de resterende periode van de looptijd van een voor de maximale termijn gevestigd recht van vruchtgebruik op effecten is - tenzij de eerdere vestiging van dat vruchtgebruik moest worden beschouwd als een transactie in de inkomstensfeer - een transactie in de vermogenssfeer en derhalve voor de heffing van de inkomstenbelasting onbelast. Dit is niet anders indien bij de vervreemding nog slechts een korte genotsperiode was te verwachten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.