V-N 1995/1228, 15
Inkomstenbelasting Privé-gebruik auto. Onderscheid 20- en 24%-bijtelling. Tegenbewijsregeling
HR 22-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3076, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 087
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA3076
- JCDI
JCDI:ADS896956:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3076, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑1995
- Wetingang
Essentie
Inkomstenbelasting Privé-gebruik auto. Onderscheid 20- en 24%-bijtelling. Tegenbewijsregeling
Samenvatting
Aan X is door zijn werkgever een auto ter beschikking gesteld.
Ingevolge art. 42, derde lid, Wet IB 1964 wordt 20% van de catalogusprijs van de auto tot de inkomsten uit arbeid gerekend. Ingevolge art. 42, vierde lid, dat bij de Wet van 4 juli 1990 (aftopping reiskostenforfait) daarin is opgenomen, bedraagt het percentage 24 in de gevallen waarin het woon-werkverkeer met die auto plaatsvindt over een enkele-reisafstand van meer dan 30 km.
Uit de geschiedenis van laatstgenoemde wet, waarmee werd beoogd een bijdrage te leveren aan het terugdringen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.