V-N 1999/5.3
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR. FISCAAL BESTUURSRECHT Boete wegens niet tijdig doen van aangifte. Verschil tussen voorheffingen en voorlopige aanslagen
HR 16-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2584, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Vliet, van; Hammerstein; Amersfoort, van
- Zaaknummer
33 703
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2584
- JCDI
JCDI:ADS184794:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2584, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1998
- Wetingang
gelijkheidsbeginsel, art. 9 (oud)AWR
Essentie
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR. FISCAAL BESTUURSRECHT Boete wegens niet tijdig doen van aangifte. Verschil tussen voorheffingen en voorlopige aanslagen
Samenvatting
In geschil is of de inspecteur bij de bepaling van het bedrag van de verhoging de aan X over 1991 opgelegde en door haar betaalde voorlopige aanslag in aanmerking had moeten nemen op de wijze als in art. 9, derde lid, tweede volzin, AWR ten aanzien van te verrekenen voorheffingen is voorgeschreven.
Art. 9, derde lid, stelt een straf op het niet doen van aangifte binnen de door de inspecteur gestelde termijn. Het beoogt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.