V-N 2001/10.29
VENNOOTSCHAPSBELASTING Deelnemingsvrijstelling. Informele kapitaalstorting. Vaststelling bedrijfswaarde van een bij liquidatie van dochtermaatschappij ontvangen deelneming
HR 24-01-2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9624, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2001
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Zuurmond; Moor, de; Vliet, van; Lourens
- Zaaknummer
35663
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA9624
- JCDI
JCDI:ADS901330:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9624, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2001
- Wetingang
Art. 13, vijfde lid (oud), Wet Vpb 1969
Essentie
VENNOOTSCHAPSBELASTING Deelnemingsvrijstelling. Informele kapitaalstorting. Vaststelling bedrijfswaarde van een bij liquidatie van dochtermaatschappij ontvangen deelneming
Samenvatting
Belanghebbende, X NV, vormt een fiscale eenheid met A BV, die enig aandeelhouder is van onder andere een Amerikaanse tussenhoudstermaatschappij B Inc., gevestigd in de VS en C SA, gevestigd in Zwitserland. In B Inc. zijn de Amerikaanse belangen van X NV ondergebracht.
X NV heeft in 1981 in het kader van een sanering B Inc. en C SA geliquideerd. In B Inc. en een van de dochters van B Inc. waren aanzienlijke verliezen geleden, en ook de liquidatie van C SA ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.