V-N 2000/51.14
INKOMSTENBELASTING Lijfrente. Geen aftrek als persoonlijke verplichting nu lijfrente tegen inbreng deel onderneming is bedongen van BV die de onderneming niet voortzet
HR 08-11-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7113, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 november 2000
- Magistraten
Korthals Altes; Zuurmond; Pos; Beukenhorst; Bavinck
- Zaaknummer
35393
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA7113
- JCDI
JCDI:ADS901168:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7113, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑2000
- Wetingang
Art. 45, eerste lid, jo. vijfde lid, onderdeel a, sub 2 Wet IB 1964; art. 45c (oud) Wet IB 1964
Essentie
INKOMSTENBELASTING Lijfrente. Geen aftrek als persoonlijke verplichting nu lijfrente tegen inbreng deel onderneming is bedongen van BV die de onderneming niet voortzet
Samenvatting
Belanghebbende, X, droeg eenvierde gedeelte van zijn aandeel in de maatschap over aan A Beheer BV. A Beheer BV nam de verplichting op zich het door X overgedragen gedeelte van de onderneming op haar beurt over te dragen aan de nieuw toegetreden firmant, hetgeen op hetzelfde tijdstip is geschied. X bedong daarbij van A Beheer BV een lijfrente ter grootte van de belaste stakingswinst. In geschil is of art. 45, eerste lid, jo. vijfde lid, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.