V-N 2004/2.27
SUCCESSIEWET Successierecht. Geen vrijstelling voor slotuitkering pensioenrekening nu verzorgingskarakter ontbreekt
HR 19-12-2003, ECLI:NL:HR:2003:AO0645, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2003
- Magistraten
Monné; Amersfoort, van; Oven, van
- Zaaknummer
38 211
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AO0645
- JCDI
JCDI:ADS903530:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AO0645, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2003
- Wetingang
Art. 32, eerste lid, ten vijfde en vijfde en zesde lid, SW 1956; art. 11 Wet LB 1964
Essentie
SUCCESSIEWET Successierecht. Geen vrijstelling voor slotuitkering pensioenrekening nu verzorgingskarakter ontbreekt
Samenvatting
Erflater was met zijn werkgeefster een pensioenregeling overeengekomen in de zin van art. 11 Wet LB 1964. Voor iedere deelnemer aan deze pensioenregeling werd een rekening bijgehouden van stortingen, onttrekkingen en resultaten van de beleggingen van het vermogen. Nadat alle aanspraken op ouderdoms-, weduwen- of wezenpensioen zijn geëindigd, wordt een eventueel saldo van de pensioenrekening aan de erfgenamen van de deelnemer in de vorm van een slotuitkering betaald. In geschil is of de waarde van de aanspraak op deze slotuitkering onder de vrijstelling van art. 32, eerste lid, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.