BNB 2005/372
Betalingen die bij aangaan joint-venture zijn bedongen van de partner: deelnemingsvrijstelling?
HR 23-09-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3175
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 september 2005
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Bavinck
- Zaaknummer
41 432
- LJN
AU3175
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU3175, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑2005
- Wetingang
Art. 13 Wet Vpb. 1969
Essentie
Betalingen die bij aangaan joint-venture zijn bedongen van de partner: deelnemingsvrijstelling?
Samenvatting
Bij het aangaan van een joint-venture met D heeft C (gevoegde dochter van belanghebbende) van D bedongen dat D voor ieder jaar dat het resultaat van hun gezamenlijke dochtermaatschappij E beneden een bepaald bedrag zou blijven, de helft van dat verschil aan C zou uitbetalen. In 1998 betaalt D op grond van die afspraak een bedrag aan C.
Hof: C heeft deze bate kunnen bedingen op grond van de marktpositie die zij ten opzichte van D ten tijde van het aangaan van de joint-venture innam. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.