V-N 1996/2001, 26:INVORDERING Inlenersaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor verhoging. Bevoegdheid burgerlijke rechter. Brutering.

V-N 1996/2001, 26

INVORDERING Inlenersaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor verhoging. Bevoegdheid burgerlijke rechter. Brutering.

Documentgegevens:

HR 01-05-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1813, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 1 mei 1996
Magistraten: Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Jansen, C.H.M.; Berge, van den
Zaaknummer: 30 115
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AA1813
JCDI: JCDI:ADS897834:1
Vakgebied(en): Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA1813, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1813, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑05‑1996
Wetingang: Art. 34 Invorderingswet 1990. Art. 26a Wet LB 1964 (tekst tot en met 1989)

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende, het sloopbedrijf X BV, heeft van 12 tot 23 oktober 1987 gedurende tien dagen drie arbeidskrachten ingeleend van de VOF A. De arbeidskrachten werkten 160 uren ten behoeve van X BV op het terrein van E BV. Hiervoor is aan X BV door A f 5200 in rekening gebracht. Bij een over 1986-1988 bij A ingesteld boekenonderzoek is geconstateerd dat door A aanzienlijke bedragen aan zwarte lonen zijn uitbetaald. Over 1986-1988 is aan A een naheffingsaanslag loonbelasting opgelegd van f 118 479 met een verhoging van 100% waarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.