FED 1998/447
HR, 08-07-1998, nr. 33 049
HR 08-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2347
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1998
- Zaaknummer
33 049
- LJN
AA2347
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2347, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1998
- Wetingang
Fraus legis, art. 45 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, sloot een overeenkomst met een bank in Zwitserland ter zake van twee leningen, respectievelijk in Zwitserse franken en Duitse marken. De bedragen kwamen ter beschikking op 18 augustus 1986. De leningen dienden op 18 augustus 1991 te worden afgelost. De rente was bij achterafbetaling verschuldigd en zou bij de hoofdsom worden bijgeschreven, indien en voorzover de overeengekomen onderpandswaarde voldoende zou zijn. Eveneens op 18 augustus 1986 kocht X van een te Jersey gevestigde Ltd., onder voorbehoud van het recht van vruchtgebruik voor 18 augustus 1986 t/m 18 augustus 1991, twee pakketten obligaties, één in Franse franken en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.