HR, 08-07-1996, nr. 31 377

Documentgegevens:

HR 08-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1989

Instantie: Hoge Raad
Datum: 8 juli 1996
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Berge, van den
Zaaknummer: 31 377
LJN: AA1989
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA1989, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1996
Wetingang: Art. 21 AWR; art. 17 Wet ARB

Uitspraak

Aan belanghebbende, X BV, is als startende ondernemer door de inspecteur te Q een aangiftebiljet voor september t/m december 1987 uitgereikt, dat vóór 25 maart 1988 diende te worden teruggezonden. Vóór die datum, naar het hof veronderstellenderwijze heeft aangenomen, heeft X BV het biljet ingezonden en daarop aangifte gedaan van een te betalen bedrag van f 35 102. Op dit biljet was vermeld dat, indien op de aangifte belasting moet worden betaald, dan eerst de naheffingsaanslag moet worden afgewacht. Gedagtekend 5 april 1989 is door de inspecteur te Q een naheffingsaanslag opgelegd ad f 4000, welk bedrag in mei ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.