FED 1995/261:Belanghebbende, een stichting, verzorgt als agglomeratie-omroep radiouitzendingen voor twee gemeenten. Met ingang van 1992 financiert belanghebbende de radio-uitzendingen uitsluitend uit in haar radioprogramma's opgenomen reclameboodschappen. In geschil is de vraag of belanghebbendes commerciële activiteiten zich beperken tot de reclameboodschappen en of voor het overige het verzorgen van de radioprogramma's vallen onder de vrijstelling van art. 11, eerste lid, onderdeel n, Wet OB 1968. HR: Nu belanghebbende in haar radioprogramma's tevens - tegen betaling - reclameboodschappen opneemt, verricht zij economische activiteiten, hetgeen meebrengt dat zij ondernemer is in de zin van de Wet OB 1968 (hierna: de wet). Vaststaat dat de radioprogramma's geheel worden gefinancierd uit de opbrengsten van reclameboodschappen en dat de kwaliteit van de programma's mede de hoogte van de reclameopbrengsten bepaalde, zodat moet worden geoordeeld dat het totaal van activiteiten als één geheel moet worden beschouwd. Voor het geheel van activiteiten worden aan adverteerders vergoedingen in rekening gebracht, zodat geen sprake is van niet-commerciële activiteiten in de zin van de genoemde vrijstellingsbepaling.