BNB 2004/394
Externe leningen. Geen lichtere bewijslast voor verbonden lichamen/banken
HR 09-07-2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ0048, m.nt. A.H.M. Daniels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Bavinck
- Zaaknummer
39 539
- Noot
A.H.M. Daniels
- LJN
AQ0048
- JCDI
JCDI:ADS888863:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ0048, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2004
- Wetingang
Art. 15, vierde lid, en vijfde lid, onderdeel a, Wet Vpb. 1969
Essentie
Externe leningen. Geen lichtere bewijslast voor verbonden lichamen/banken
Samenvatting
HR: Overtuigend moet worden aangetoond dat het lichaam waaraan de geldlening is verschuldigd of een daarmee verbonden lichaam met het oog op de verwerving van de aandelen vermogen uit hoofde van geldlening heeft aangetrokken van niet-verbonden lichamen. Uit de wetsgeschiedenis kan niet worden afgeleid dat, als de geldverstrekking is geschied door een verbonden lichaam/bankinstelling, volstaan kan worden met bewijs dat dit lichaam of die instelling ten tijde van de verstrekking over voldoende vreemd vermogen beschikte.
Uitspraak
... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.