FED 2001/201
De tijd doorgebracht op school wordt voor de vraag of een kindtot het huishouden van een ouder behoort, niet buiten beschouwing gelaten
HR 24-01-2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9624, m.nt. E. Poelmann
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2001
- Magistraten
Korthals Altes; Beukenhorst; Amersfoort, van
- Zaaknummer
35663
- Noot
E. Poelmann
- LJN
AA9624
- JCDI
JCDI:ADS233964:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Fraus legis en richtige heffing
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9624, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2001
- Wetingang
Art. 55 Wet IB 1964
Essentie
De tijd doorgebracht op school wordt voor de vraag of een kindtot het huishouden van een ouder behoort, niet buiten beschouwing gelaten
Samenvatting
De stelling dat bij beantwoording van de vraag of een kind in gelijke, of vrijwel gelijke mate in het huishouden van de andere ouder heeft verbleven, geen rekening dient te worden gehouden met de tijd die het kind op school doorbrengt, is onjuist.
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1996. VASTSTAAT:
2.1 Belanghebbende, in 1991 van zijn echtgenote gescheiden, heeft twee kinderen, geboren op 6 mei 1987 en 27 oktober 1988. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.