FED 1996/350
HR, 10-04-1996, nr. 31 173
HR 10-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2015
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
31 173
- LJN
AA2015
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2015, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑1996
- Wetingang
Art. 9 en 52 Wet BRV
Uitspraak
Belanghebbende, X, en zijn vader exploiteerden tot 31 december 1991 een agrarisch bedrijf, dat nadien door X is voortgezet. Op 12 juni 1992 kocht X de bij de bedrijfsuitoefening gebruikte onroerende zaken, waaronder een woonhuis, voor f 1 100 000 van zijn ouders. X, die het woonhuis al jaren als huurder bewoonde, was niet voornemens te verhuizen. In de aangifte overdrachtsbelasting kende X aan het woonhuis een waarde toe van f 100 000.
In geschil is of bij de bepaling van de waarde in het economische verkeer rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat X als huurder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.