BNB 2007/87
Kortstondig bezit door gelieerde concernvennootschap van een aandeel van dochtervennootschap leidt in casu niet tot verbreking fiscale eenheid
HR 13-01-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9525, m.nt. S. van Weeghel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
41 799
- Noot
S. van Weeghel
- LJN
AU9525
- JCDI
JCDI:ADS889276:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU9525, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑2006
- Wetingang
Art. 15 Wet Vpb. 1969
Essentie
Kortstondig bezit door gelieerde concernvennootschap van een aandeel van dochtervennootschap leidt in casu niet tot verbreking fiscale eenheid
Samenvatting
X BV, een dochtervennootschap van de Amerikaanse J Inc., vormt een fiscale eenheid met haar dochter F BV. F BV behoeft een kapitaalinjectie. Op 23 mei 1997 wordt het volgende stappenplan uitgevoerd. F BV geeft tegen storting van een groot bedrag in contanten één aandeel uit aan AA, een Amerikaanse dochter van J Inc. Aansluitend geeft X BV een aandeel uit aan AA, tegen storting door AA van haar zojuist verworven aandeel F BV. Daarna draagt J Inc. haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.