FED 1996/478
De ten tijde van de verkoop geschatte waarde van de garantieverplichting maakt deel uit van de opbrengst van de deelneming; latere waardeveranderingen van de verplichting vallen in de winst.
HR 06-03-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1809, m.nt. P.M. Verhagen (putwarrantarrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 maart 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Soest, van
- Zaaknummer
30 093
- Noot
P.M. Verhagen
- LJN
AA1809
- Roepnaam
putwarrantarrest
- JCDI
JCDI:ADS225440:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1809, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑03‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1809, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑1996
- Wetingang
Art. 13 Wet Vpb. 1969
Essentie
De ten tijde van de verkoop geschatte waarde van de garantieverplichting maakt deel uit van de opbrengst van de deelneming; latere waardeveranderingen van de verplichting vallen in de winst.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1985.
Vaststaat:
2.1. De belanghebbende X NV is de rechtsopvolger van X NV welke in het belastingjaar 1985 een fiscale eenheid vormde met B NV.
2.2.1. B had in 1985 een deelneming van 41% in C NV (verder: de deelneming).
2.2.2. Teneinde uitbreiding van de deelneming in het buitenland, met name in de Verenigde Staten, mogelijk te maken was het voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.