BNB 2003/320
Nu nog niet vaststaat dat het in rekening gebrachte bedrag aan heffingsrente verschuldigd is, is dat bedrag nog niet rentedragend geworden
HR 01-02-2001, ECLI:NL:HR:2001:BI7704
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 februari 2001
- Magistraten
Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Berge, van den; Leemreis
- Zaaknummer
35 985
- Conclusie
A-G mr. Ilsink
- LJN
BI7704
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:ZC8134, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑02‑2002
ECLI:NL:HR:2002:ZC8134, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑2002
ECLI:NL:PHR:2001:AV5964, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑04‑2001
ECLI:NL:HR:2001:BI7704, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑2001
- Wetingang
Art. 38, eerste lid, en 45 b, eerste lid, Wet IB 1964
Essentie
Nu nog niet vaststaat dat het in rekening gebrachte bedrag aan heffingsrente verschuldigd is, is dat bedrag nog niet rentedragend geworden
Samenvatting
Aan belanghebbende is voor het jaar 1991 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Daarbij is hem ƒ 19 571 aan heffingsrente in rekening gebracht. Tegen deze aanslag en tegen de beschikking inzake de heffingsrente heeft belanghebbende bezwaar gemaakt. In verband daarmee is hem in 1993 uitstel van betaling verleend. Belanghebbende meent dat de heffingsrente door die uitstelverlening rentedragend is geworden, en heeft daarom bij zijn aangifte over het jaar 1993 het bedrag van ƒ 19 571, ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.