HR, 25-01-1995, nr. 29 444

Documentgegevens:

HR 25-01-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3050

Instantie: Hoge Raad
Datum: 25 januari 1995
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
Zaaknummer: 29 444
LJN: AA3050
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:AA3050, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑01‑1995
Wetingang: Art. 17 Wet ARB; art. 10 Wet Vpb. 1969

Uitspraak

Belanghebbende, X BV oefent een tandartsenpraktijk uit. Haar enige aandeelhouder is A. Op 13 december 1982 verwerft A alle aandelen in B BV. Op 16 december 1982 verwerft B BV ex art. 40, Wet IB 1964 tegen uitgifte van eigen aandelen aan A alle aandelen in X BV. Op 1 juli 1984 treedt A, tandarts, tot dat moment in loondienst bij X BV, in dienst bij B BV en wordt door B BV ter beschikking gesteld aan X BV. X BV brengt ten laste van haar winst een beheerskostenvergoeding en een tantième van 15% van haar jaarwinst, welke bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.