FED 2000/65
Belastingontwijking vormt niet het hoofdmotief voor de aandelen-ruil; Hoge Raad stelt - in afwijking van advies van A-G - géén prejudiciële vragen
HR 01-12-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3829, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 december 1999
- Magistraten
Berge, van den; Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
34 217
- Noot
P.G.H. Albert
- LJN
AA3829
- JCDI
JCDI:ADS229637:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3829, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA3829, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑1999
- Wetingang
Essentie
Belastingontwijking vormt niet het hoofdmotief voor de aandelen-ruil; Hoge Raad stelt - in afwijking van advies van A-G - géén prejudiciële vragen
Uitspraak
VASTSTAAT:
3.1 Belanghebbende, advocaat te Q, verricht zijn werkzaamheden in dienstbetrekking bij A welke de advocatenpraktijk voor haar rekening drijft en waarvan belanghebbende directeur en enig aandeelhouder is. A is lid van de maatschap B (Nederland), een maatschap van advocaten, notarissen en belastingadviseurs, opgericht naar Nederlands recht en gevestigd te Q. De maatschap bestaat per 1 januari 1997 uit 78 leden die voor het merendeel, gelijk in het geval A, de rechtsvorm van een besloten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.