V-N 2000/15.18:VENNOOTSCHAPSBELASTING. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Informele kapitaalstorting. Kwijtschelden vordering in casu geen informele kapitaalstorting. Verwijzing voor vraag of verstrekking zelf informele kapitaalstorting was

V-N 2000/15.18

VENNOOTSCHAPSBELASTING. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Informele kapitaalstorting. Kwijtschelden vordering in casu geen informele kapitaalstorting. Verwijzing voor vraag of verstrekking zelf informele kapitaalstorting was

Documentgegevens:

HR 15-03-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5127, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 15 maart 2000
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
Zaaknummer: 34 466
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AA5127
JCDI: JCDI:ADS900660:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2000:AA5127, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2000
Wetingang: Art. 7 Wet IB 1964 jo art. 8 Wet Vpb. 1969

Essentie

Samenvatting

Aan belanghebbende X BV worden door haar moedervennootschap gelden in rekening-courant verstrekt. In geschil is (primair) of kwijtscheldingen van deze gelden kunnen worden aangemerkt als informele kapitaalstortingen c.q. (subsidiair) deze geldverstrekkingen zelf al een informele kapitaalstorting inhouden.

Op het beroep in cassatie van X BV overweegt de Hoge Raad: 's Hofs oordeel dat X BV niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar moedervennootschap enkel op grond van de aandeelhoudersrelatie een kwijtschelding heeft verleend die zij onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.