FED 1996/295
HR, 13-03-1996, nr. 29799
HR 13-03-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1840
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 maart 1996
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Berge, van den
- Zaaknummer
29799
- LJN
AA1840
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1840, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑03‑1996
- Wetingang
Art. 25a Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, kocht in 1988 7 obligaties van f 10 000 ½% A en 7 obligaties ½% B. Zij heeft deze tot haar overlijden in 1990 behouden. X heeft niet de met de obligaties samenhangende warrants gekocht.
In geschil is of ten aanzien van X met betrekking tot de obligaties art. 25a Wet IB 1964 van toepassing is, hetgeen X bestrijdt.
Het Hof Arnhem stelt de erfgenamen van X in het ongelijk.
Op het beroep in cassatie van de erfgenamen van X overweegt de Hoge Raad:
Het hof heeft klaarblijkelijk als vaststaand aangemerkt dat de emissie van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.