V-N 1998/46.17
INKOMSTENBELASTING Landbouwvrijstelling. Begrip veehouderij in agrarische zin op te vatten
HR 26-08-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2531, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 augustus 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij; Soest, van
- Zaaknummer
32 598
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2531
- JCDI
JCDI:ADS899571:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2531, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑08‑1998
- Wetingang
art. 8 Wet IB 1964
Essentie
INKOMSTENBELASTING Landbouwvrijstelling. Begrip veehouderij in agrarische zin op te vatten
Samenvatting
Belanghebbende, X, oefent een agrarisch bedrijf uit. Op 31 oktober 1986 kocht X ten behoeve van zijn onderneming voor f 255 000 een weiland, dat volgens het bestemmingsplan een agrarische bestemming heeft. X rekende het weiland tot zijn ondernemingsvermogen. Op 3 januari 1991 verkocht X het weiland voor f 400 000 aan D, die het vrijwel direct daarna verhuurde aan de door D beheerste E BV, die zich op een aangrenzend perceel bezig houdt met het fokken, africhten, trainen, houden en exploiteren van paarden voor de springsport. E ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.