V-N 2004/12.5:FISCAAL BESTUURSRECHT Niet doen van vereiste aangifte en strafbepaling

V-N 2004/12.5

FISCAAL BESTUURSRECHT Niet doen van vereiste aangifte en strafbepaling

Documentgegevens:

HR 23-12-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AL6161, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 23 december 2003
Magistraten: Bleichrodt; Dorst, van; Savornin Lohman, de; Schendel, van; Ilsink
Zaaknummer: 00158/03
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AL6161
JCDI: JCDI:ADS184732:1
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2003:AL6161, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AL6161, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑12‑2003
Wetingang: Art. 6, 8 en 69 AWR; art. 2f, 52a en 53a Wet op de accijns

Essentie

Samenvatting

Uit de bewijsmiddelen kan niet volgen dat aan A BV en/of B BV in de bewezen verklaarde periode de vereiste uitnodigingen tot het doen van aangifte zijn gedaan. Dit betekent dat het hof, zo het van oordeel is geweest dat zodanige uitnodiging te dezen niet is vereist, is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het bestanddeel "een bij de belastingwet voorziene aangifte" als bedoeld in art. 69, eerste lid, AWR, dan wel, indien het ervan is uitgegaan dat zodanige uitnodiging wel is vereist, de bewezenverklaring ontoereikend heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.