HR, 15-03-1995, nr. 30 193

Documentgegevens:

HR 15-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1536

Instantie: Hoge Raad
Datum: 15 maart 1995
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
Zaaknummer: 30 193
LJN: AA1536
Vakgebied(en): Omzetbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:AA1536, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑1995
Wetingang: Art. 7, 11 en 15 Wet OB 1968; art. 4, 13B en 17 Zesde richtlijn

Uitspraak

Belanghebbende, X, een commanditaire vennootschap, is van 1987 tot maart 1991 houdster van aandelen en van obligaties, uitgegeven ten laste van overheidslichamen en bedrijven in de VS en Canada, ter waarde van (in maart 1991) ± US $ 130 000 000. X genoot ter zake van deze stukken dividend en rente. X verstrekt in 1984 een rentedragende lening aan A. Deze lening is afgelost op 16 april 1987. X verstrekt op 1 juli 1992 een lening ad Can. $ 50 000 aan B Corp. X bracht de haar in rekening gebrachte OB in aftrek.

In geschil is of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.