FED 1999/149
HR, 10-02-1999, nr. 33 997
HR 10-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2678
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 1999
- Zaaknummer
33 997
- LJN
AA2678
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2678, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑1999
- Wetingang
Art. 16 AWR
Uitspraak
Aan belanghebbende, X, werd, als erfgenaam, een uitkering gedaan uit een door X' overleden vader gesloten kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. De verzekeringsmaatschappij maakte mede ten behoeve van de FIOD op 7 mei 1993 een renseignement op betreffende de uitkering. De uitkering is opgenomen in de aangifte successierecht die in oktober 1993 is gedaan. X heeft zijn aandeel in de uitkering niet begrepen in zijn aangifte inkomstenbelasting 1993, die is gedagtekend 30 maart 1994. De overeenkomstig de aangifte opgelegde aanslag is op 6 februari 1995 ter inspectie geregeld. X deed bij brief van 15 februari 1996 nadere aangifte van zijn aandeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.