BNB 2000/58:Vrijstelling inkomsten NAPMA-functionaris brengt mee dat de echtgenote het hoogste persoonlijke arbeidsinkomen heeft

BNB 2000/58

Vrijstelling inkomsten NAPMA-functionaris brengt mee dat de echtgenote het hoogste persoonlijke arbeidsinkomen heeft

Documentgegevens:

HR 15-12-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA4206

Instantie: Hoge Raad
Datum: 15 december 1999
Magistraten: Stoffer; Korthals Altes; Zuurmond; Pos; Monné
Zaaknummer: 35038
LJN: AA4206
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Premieheffing (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:AA4206, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑1999
Wetingang: Art. 19 Verdrag van Ottawa; art. 26 IVBPR; art. 5 Wet IB 1964; art. 14 Wet financiering volksverzekeringen; art. 13 BUB 1989

Essentie

Samenvatting

De echtgenoot van belanghebbende was in dienst bij NAPMA, een NAVO-organisatie. Zijn salaris en emolumenten uit dien hoofde zijn in Nederland vrijgesteld van belastingen op grond van art. 19 Verdrag van Ottawa. Die vrijstelling kent geen progressievoorbehoud. Belanghebbende heeft tegen vergoeding les gegeven. Over die vergoeding, vermeerderd met de aan haar als genietster van het hoogste persoonlijke arbeidsinkomen toegerekende niet-verzelfstandigde inkomensbestanddelen, is aan haar een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd.

HR: Het is niet in strijd met de absolute werking van de vrijstelling van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.