BNB 2001/377
Gevolgen van de niet-ontvankelijkheid van het principale beroep in cassatie voor de ontvankelijkheid van het incidentele beroep in cassatie
HR 10-08-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3119, m.nt. J. van Soest
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 2001
- Magistraten
Korthals Altes; Pos; Beukenhorst; Monné; Amersfoort, van
- Zaaknummer
35 618
- Conclusie
A-G mr. Ilsink
- Noot
J. van Soest
- LJN
AB3119
- JCDI
JCDI:ADS888357:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB3119, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB3119, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑2001
- Wetingang
Art. 29b, tweede lid, AWR
Essentie
Gevolgen van de niet-ontvankelijkheid van het principale beroep in cassatie voor de ontvankelijkheid van het incidentele beroep in cassatie
Samenvatting
Belanghebbende heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Hof waarbij een hem opgelegde aanslag in de gemeentelijke baatbelasting is vernietigd. Door een - naderhand - als gemachtigde aangewezen persoon is namens burgemeester en wethouders een verweerschrift ingediend en incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
HR: Nu het Hof de aanslag heeft vernietigd en de in het incidentele beroep aangevoerde klachten niet tot vernietiging van die uitspraak kunnen leiden, kan gegrondbevinding van het principale beroep niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.