FED 2003/145
HR, 21-02-2003, nr. 37788
HR 21-02-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF4850
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 2003
- Zaaknummer
37788
- LJN
AF4850
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF4850, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑2003
- Wetingang
Art. 24 Wet IB 1964
Samenvatting
Borgstellingsprovisie vormt winstuitdeling. Hof mocht voorbijgaan aan bewijsaanbod. Glijclausule werkt in casu niet.
Uitspraak
Belanghebbende, X, is makelaar in onroerende zaken. Hij is directeur/enig aandeelhouder van F BV, een onroerendgoedvennootschap. In vrijwel alle gevallen waarin aankopen van onroerende zaken door F BV zijn gefinancierd met hypothecaire leningen van banken, heeft X zich hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de daarbij door F BV aangegane schulden. In 1996 zijn X en zijn BV overeengekomen dat hij een 'direkt en terstond' opeisbare 'borgstellingsprovisie' van f 200 000 zou krijgen voor het feit dat X in het verleden steeds 'borg' heeft gestaan voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.