BNB 2003/53
Fictieve doorzending beroepschrift
HR 06-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9837, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 2002
- Magistraten
Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Berge, van den; Leemreis
- Zaaknummer
37 107
- Conclusie
A-G mr. Ilsink
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AD9837
- JCDI
JCDI:ADS888560:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD9837, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD9837, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑2002
- Wetingang
Art. 6:9, tweede lid , en 6:15 Awb
Essentie
Fictieve doorzending beroepschrift
Samenvatting
De uitspraak op het bezwaarschrift is door de gemeente verzonden op 28 september 2000. Op 11 december 2000 heeft belanghebbende tegen die uitspraak een beroepschrift ingediend, onder bijvoeging van een kopie van een brief aan de gemeente waarin zij de uitspraak betwist. Het Hof merkt die brief aan als een overeenkomstig art. 6:15 Awb doorgezonden beroepschrift, maar is van oordeel dat dit beroepschrift niet tijdig is ingediend.
HR: Als belanghebbende haar brief van 27 oktober 2000 per post heeft verzonden en vóór het einde van de beroepstermijn ter post heeft bezorgd, is het beroepschrift ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.