FED 2008/78
In het kader van de vaststelling en toetsing van een fiscale boete mag geen nadelig gevolg worden verbonden aan het niet afleggen door de belanghebbende van de van hem gevorderde verklaring gelet op zijn in art. 6 EVRM verankerde zwijgrecht
HR 06-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD3163, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2008
- Magistraten
Van Vliet; Van Amersfoort; Lourens; Leemreis; Overgaauw
- Zaaknummer
43 178
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
BD3163
- JCDI
JCDI:ADS199709:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD3163, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2008
- Wetingang
Essentie
In het kader van de vaststelling en toetsing van een fiscale boete mag geen nadelig gevolg worden verbonden aan het niet afleggen door de belanghebbende van de van hem gevorderde verklaring gelet op zijn in art. 6 EVRM verankerde zwijgrecht
Samenvatting
In het kader van de vaststelling en toetsing van een fiscale boete mag geen nadelig gevolg worden verbonden aan het niet afleggen door de belanghebbende van de van hem gevorderde verklaring, gelet op zijn in art. 6 EVRM verankerde zwijgrecht, hoezeer de belanghebbende ook krachtens art. 47 AWR tot het afleggen van een zodanige verklaring kon worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.