FED 1998/440
HR, 01-07-1998, nr. 33 458
HR 01-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2334
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1998
- Zaaknummer
33 458
- LJN
AA2334
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2334, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1998
- Wetingang
Vertrouwensbeginsel, art. 42 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, dierenarts, beschikte vanaf 18 mei 1992 over een personenauto Volvo 245 Polar 2.3, die als praktijkauto dient. In geschil is of de inspecteur bij de aanslagregeling 1992 terecht het autokostenforfait ex art. 42 Wet ib 1964 heeft toegepast.
Hof Arnhem stelt de inspecteur in het gelijk.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: 's Hofs oordeel dat het gebruik dat in 1992 van de Volvo 245 is gemaakt in het kader van X' activiteiten met betrekking tot de jacht, moet worden aangemerkt als gebruik voor privé-doeleinden in de zin van art. 42, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.